Aan de Beukendaal in Rotterdam staat de Kruisvindingkerk. Met een roemruchte historie en vooral heel veel bakstenen. Daar hou ik van en helemaal van mooie patronen in de stenen. Kijk maar:













De foto’s zijn gemaakt met de Samsung WB850F.
Vanaf de snelweg over de Maas is dat mysterieuze eiland te zien en voor haar kust meestal een stel enorme drijvende bakken. Vandaag ben ik dat eiland opgelopen. Het is een natuurgebied dat kort gehouden wordt door Schotse Hooglanders en volkstuinhouders.
Een heel bijzonder wereldje is dit Eiland van Brienenoord.
En ja, natuurlijk zijn er foto’s:


























De foto’s zijn gemaakt met de Samsung WB850F
Op Goeree hebben Jolande en ik een wandeling gemaakt door de Kwade Hoek. Een prachtige manier om even helemaal onder te gaan in het landschap van duinen, woeste begroeiing, de zee en vele diersoorten, van teken tot koeien en roofvogels. Foto’s?






















De foto’s zijn gemaakt met de Samsung WB850F
Tijdens ons uitstapje op Goeree-Overflakkee zijn we ook naar Goedereede geweest. Zeker een van de mooiste plaatsen op Goeree en ooit een belangrijke havenstad van het gewest Holland op de grens met Zeeland aan de Noordzee.
Het is een gezellige stad met veel geschiedenis uit de vroege middeleeuwen, de snelle reformatie (immers dicht bij Den Briel!), de Hoekse en Kabeljauwse twisten (de vrouwen hebben het beleg van de Hoeken afgeslagen), de Franse bezetting en de eeuwige strijd tegen het water.
Het is een echte aanrader en als je dan toch gaat: beklim de kerktoren voor het uitzicht en bekijk de kerk, die ooit vier keer zo groot was en net als de Domkerk in Utrecht aan de toren vast zat.
































Alle foto’s zijn gemaakt met de Samsung WB850F
Vanmiddag ging de telefoon:
“Goedemiddag met xxx van (kon ik niet verstaan) besparen”
“Bus sparen? Dat is interessant. Een grote bus?”
“Ja, met ons kunt u op gas en stroom besparen”
“Gas en stroom, je bedoelt een hybride!”
“Wat bedoelt u?”
“Nou je zegt dat ik een bus kan sparen op gas en stroom. Dat is toch een hybride?”
“Nee, ik ben van gas en stroom besparen”
“Een soort Prius of zo, of een Pribus?”
“Ik wil dat u mij serieus neemt!”
“Wie wil nou wie een bus met gas en stroom aansmeren?”
“Ik beeindig het gesprek en verbind u door met het belmeniet register”
“Busspaar me de moeite…”
“tuut tuut tuut…”
Op bezoek bij Eddie en Diana ging de brand in de tuinkachel. Het werd heerlijk warm en erg gezellig. En lekker laat voordat alle hout erdoor gestookt was!



Ma had een uil. En niet zo’n kleintje ook!
Ergens in Polen had ze’m opgescharreld en het monster stond sindsdien op wacht bij de voordeur.
Maar wat moesten we aan met deze bijna-ongewenste vreemdeling? Een goed plekje geven uiteraard. Dat is het prachtige natuurpark Berg en Bos geworden, naast de Apenheul. Als je daar nog eens komt: breng dan een bezoekje aan deze houten vriend!

Fijn voor dat beest om uitgelaten, eh uitgeladen te worden

Gewoon naar binnen tijdens de zondagmiddagdrukte




Gekke vogels onder elkaar



Hij heeft nu een prachtig uitzicht

Als je heeeel goed kijkt dan zie je hem staan!
Aanvulling 19 juli 2013:
We hebben weer een bezoekje gebracht aan Berg en Bos om te kijken hoe het gaat met onze lelijke vriend. Hij had het geweldig naar zijn zin en genoot duidelijk van het prachtige uitzicht. Wat anderen van hem denken is nog onbekend…



Aanvulling 24 november 2013:
Hoe zou het toch met onze vriend de uil zijn? Zou hij zijn eerste nachtvorstje al overleefd hebben? Tijd om hem eens op te zoeken… En ja hoor: er kwam geen klacht over zijn lippen en het uitzicht over de vijver en bomen in herfsttinten was fenomenaal. Hij boft maar, die uule:



De cirkel is rond: het huis van mijn moeder is leeg. Net zo leeg als toen ze de woning kreeg in augustus 1998…


Afscheid Alie Kraai – Mulder.
Als klein, tenger meisje in de Daalakker maakte Alie zoals wij allemaal wel eens iets mee dat niet klopt: een valse beschuldiging, een oneigenlijke, oneerlijke strijd of een waarheid die verborgen blijft.
Dikwijls heeft ze daarmee tevergeefs bij haar moeder aangeklopt. Die antwoordde dan:
“Dat is niet voor ons soort mensen” of
“Laat maar zitten, dat win je toch niet” of
“Dat hoef je niet te weten”
De kleine Alie accepteerde dat niet en later heeft ze er bij ons en iedereen ingehamerd:
“Geen mens is meer waard dan een ander” en
“Als je in je recht staat, moet je ervoor vechten”.
Het eerste echte akkefietje was met haar broer Herman: 7 jaar ouder, veel groter en handig met voetballen. Hij deed graag een partijtje met zijn kleine zusje. Maar die kreeg genoeg van de ongelijke strijd en loste het – in haar eigen woorden – als volgt op: “Ik schopte ‘m zo veur zien benen”.
Naarmate ze zelf groter en sterker werd nam ze het steeds vaker voor anderen op en veranderde in een strenge, maar rechtvaardige moeder.
Als we na schooltijd weer eens weggestuurd werden van het schoolplein tegenover ons huis, dan stuurde ze ons net zo hard weer terug. “Dat plein is om op te spelen”!
De volgende dag bracht ze dan een bezoek aan de betreffende juf of meester. En dan ging het weer een hele tijd goed.
Er zijn meer situaties geweest dat haar kinderen niet eerlijk behandeld zijn op school – en dat hebben de leerkrachten geweten: “Ik zal ze de broek wel eens goed opbinden”.
Op de lagere school ben ik erg gepest door Chris, de zoon van de bakker die een klas hoger zat. Mijn moeder zag hem een keer, toen hij bij de ijswinkel op de hoek stond op te scheppen tegenover zijn vrienden. Hij zag mijn moeder niet aankomen, die doorliep tot ze pal achter hem stond en ineens uitriep: “Hee, Chrisje”.
Chrisje liet van schrik zijn ijsje vallen en werd door iedereen uitgelachen. Bam, van z’n voetstuk.
Mijn broer Reinier kon niet goed opschieten met zijn conrector, die hij “de tuinkabouter” noemde.
Dat mocht niet van Ma: “Zo praat je niet over iemand, hij is ook een gewoon mens”.
Maar nadat ze een keer een gesprek met die man heeft gehad op school kwam ze heel anders thuis: “Die vent is echt net een tuinkabouter”.
Onze vader werd erg ziek en toen hij wat opknapte mocht hij weer gedeeltelijk aan het werk van de dokter. Op het werk wilden ze dat liever niet en er stond al iemand anders te werken aan het bureau en de tekentafel van Pa. Men bood hem een flutbaantje aan in de werkplaats en dat deed hem vreselijk veel verdriet.
Ma is op hoge poten naar de chef gegaan: “Die blaaskaak met die grote mond, hij denkt zeker dat hij alles kan maken”.
Uiteindelijk is onze vader helemaal afgekeurd en toen brak een heel gelukkige en creatieve periode aan. En productief, want er was genoeg kunst gemaakt om te exposeren, wat ze regelmatig deden. Pa zou ook in het gemeentehuis van Epe exposeren, maar toen hij informeerde wanneer dat kon, werd hij afgescheept: “Niet op korte termijn en misschien helemaal niet”.
Mijn moeder is naar Epe toegegaan en trof de verantwoordelijke persoon in een soort open kantoor. “Ik wil u graag onder vier ogen spreken”, zei ze.
“Als u iets te zeggen hebt”, antwoordde de man, “dan moet u het hier doen waar iedereen het kan horen”.
Dat heeft hij geweten. Maar hij gaf niet toe en bleef bij zijn standpunt.
Maar binnen een week lag een uitnodiging in de bus om op korte termijn in het gemeentehuis van Epe te komen exposeren!
Ma nam het op voor haar kinderen en ze nam het op voor haar man.
En ze nam het op voor de hond. Voor ons was het lachen, gieren, brullen als het teefje zich als een echte dekreu ergens op stortte – liefst op de leren schoudertas van Ma.
“Lach die hond niet uit, hij kan er ook niets aan doen”!
Die hond heeft zich ook een keer aan mij vergrepen, toen ik in een ongemakkelijke houding bezig was op de grond een luchtbed op te rollen. En toen greep ze niet in!
Mijn ouders verdienden een centje bij door de lelies uit de tuin te verkopen. Pa zette ieder jaar een bord in de voortuin: “Tijgerlelies te koop”.
Dat kon ik ook als klein ventje: ik ving een heleboel vlinders, stopte ze in glazen potjes en zette een bord aan de weg: “Vlinders te koop”. In mijn handschrift en geloof me, die is erger dan van uw huisarts.
Mijn moeder zag eens vanuit het bovenraam hoe in de stromende regen een auto stopte en de bestuurder probeerde dat bordje te lezen. Dat ging niet, hij stapte uit en was doorweekt voor hij de woorden ontcijferd had. En op dat moment riep mijn moeder: “Hee, mo’j nog vlinders kopen?”
“Ach ieje”, riep de man boos en stapte kletsnat weer in de auto.
De volgende ochtend waren alle vlinders verkocht. Een mysterieuze koper had ze allemaal meegenomen. Voor een kwartje.
Pas jaren later kwam de aap uit de mouw: mijn moeder had zelf alle vlinders uit de potjes vrijgelaten.
In het leger werd me opgedragen iets te doen dat sterk tegen mijn geweten inging. Dat heb ik geweigerd, Pa en Ma zijn daar best van geschrokken en waren eerst ook boos. Maar na diverse gesprekken ging Ma mijn standpunt steeds meer waarderen en steunde me. Ze is ook meegereisd naar de krijgsraad in Arnhem.
Tegenover me stonden de krijgsraad, de marechaussee en de Advocaat-Generaal. Maar mijn moeder stond achter me!
In recentere jaren begon haar lichaam kuren te vertonen, maar haar geest en haar principes waren ongebroken. Net als dat kleine meisje in de Daalakker kon ze iemand als dat nodig was nog flink voor de schenen schoppen.
Toen bovendien haar koppie het moeilijk kreeg was de zorgrelatie tussen haar en ons kinderen allang omgedraaid. Er was veel meer hulp nodig dan wij konden geven. Dit is het moment om even stil te staan bij Janet, Corry en al die andere lieve mensen die haar zo goed hebben geholpen.
En de mensen van Thuiszorg Beers, die stukken meer hebben gedaan dan alleen “persoonlijke verzorging”. En de dagverzorging van Atlant: lieve mensen die niet op de bureaucratische afwikkeling hebben gewacht, maar onze moeder direct liefdevol hebben opgevangen.
Ma, je hebt je nooit bij onrecht neergelegd, maar bij de huidige situatie moeten we ons allemaal neerleggen.
Rust zacht, je hebt het verdiend!