Alles wat aar zoal meemaakt

570Vakantieverslagje zonder foto

posted by on januari 13th, 2010

3:58 in de ochtend sprong de wekkerradio aan. Na een stukje muziek was het nieuws te horen – voor wie voldoende helder was dan… Ik meende dat Jolande al net zo weinig van het wereldnieuws mee kreeg als ik op dit ontzettend vroege tijdstip. Nog een minuut of twintig lukte het om het opstaan uit te stellen, maar uiteindelijk won het plichtgevoel het van de kou boven de dekens: vakantie! Tijd om naar Turkije te reizen!

Buiten was de wereld nog wit, het leek wel of Koning Winter een nieuw wit dekentje had gelegd over de geruimde delen van Gouda. Een flinke wind joeg die sneeuw mee naar nieuwe plaatsen en ik hoopte maar dat Schiphol geen vluchten zou annuleren – en zeker niet die van 9:05 naar Izmir. Gezien het weer rekende ik er op dat de pendeltaxi al om vijf uur voor zou rijden… maar dat was niet zo. Sterker nog: het wachten duurde nog een heel uur, een normale ophaaltijd voor normaal weer zonder besneeuwde wegen. Vol vertrouwen kon ik instappen en Jolande uitzwaaien: de reis was begonnen.
Of niet? In Bloemendaal moesten nog twee mensen opgepikt worden; niet erg, want de chauffeur wilde toch via Bodegraven reizen omdat de weg langs de Gouwe veel te gevaarlijk bleek. Maar oei, wat gleed die taxi makkelijk weg in de sneeuw: ik vermoedde dat een “standaard” chauffeur allang een deukje opgelopen zou hebben. “Zitten er geen winterbanden onder?” wilde ik weten. “Nee, weet je wat dat kost voor de baas, die hebben wel twintig auto’s rijden. Ja, dan zou ik ook een vierwielaangedreven auto vragen omdat die ideaal is met dit weer.”

Glibberend en glijdend arriveerden we in Bloemendaal waar het een eeuwigheid leek te duren voor twee oude mensjes ingestapt waren met voor een maand bagage bij zich. Bij mijn groeiende gevoel van ongerustheid vergeleken was de chauffeur een bron van rust. Ik maande mezelf rustig te blijven, maar dat viel tegen omdat de oude mevrouw wat paniekig uitriep: “o, nu gaat die chauffeur vast veel te hard rijden, dat kan niet goed gaan”. Ik besloot een ontspannen houding aan te nemen om de chauffeur die onze levens in zijn hand hield niet gek te maken. Maar toen kwam Ibrahim. Ibrahim bemande de centrale en vertelde de chauffeur dat hij helemaal terug moest rijden om iemand uit Goverwelle mee te nemen. “Dat gaat niet”, zei de chauffeur, “die meneer hier moet om negen uur vliegen”. “Ja moet wel, Anton”, sputterde de mobilofoon, anders wij hebben fout gemaakt. Mag niet”. “Dan gaat deze meneer misschien zijn vlucht missen”, probeerde Anton nog op veel rustiger manier dan ik mij voelde. “Geen probleem maken, want anders wij fout” beeindigde Ibrahim de discussie. “Anders jij grote fout, vriend” wierp ik Ibrahim tegen, die dit niet hoorde omdat het bakkie al uit stond. “O, zie je wel, hij gaat nu te hard rijden” klonk het benauwd achterin, “dit gaat helemaal fout”.

Twintig minuten later had een stevige persoon zich tussen de oudjes achterin gewurmd en probeerde Anton tevergeefs de auto in een uitrit te keren. Achterstevoren in een andere uitrit werkte gelukkig wel en onder het angstige kakelen van mijn medereizigster slingerden we door het Goudse sneeuwlandschap. 6:55 liet het klokje zien. Anton wierp me een betekenisvolle blik toe. “Over tien minuten had ik aanwezig moeten zijn om in te checken”, antwoordde ik hardop. Achter me klonk het als kippen, die een vos om hun hok zien lopen.

Gaandeweg werd de sneeuwpap steeds minder dik en eenmaal op de A4 kreeg de Mercedes de sporen om uiteindelijk rond 7:37 bij de vertrekhal te stoppen. Na een kort bedankje voor de veilige rit rende ik met bagage en al de hal in op weg naar balie 25, vrezend dat die al lang gesloten zou zijn. Maar gelukkig stond er nog een rijtje van vier of vijf reizigers voor beide loketten. Een rose wapperend lapje trok mijn aandacht en het duurde even tot ik door had dat er een hoop haar aan vast zat: het bleek de tong van een erg opgewonden hond die wapperde in zijn adem. Twee knotsen van manden stonden te wachten op wat komen ging. Voorlopig niet veel, want een van de baasjes die bij de balie stond draaide zich naar de ander en riep: “we zitten niet in het systeem!”

Een aantal telefoontjes en veel opgewonden heen- en weer geren van diverse mensen in uniform later had het systeem zich overgegeven en de mensen toegelaten. Met wiebelende hondenmanden, een scootmobiel, eerstehulpkoffer en veel bagage verdwenen de reizigers naar de gate. Maar het systeem sputterde nog steeds en kende ook mij niet. “Zeker op Internet geboekt?” vroeg de baliemedewerker, “dat is een ander systeem. Ga daar maar even wachten op een telefoontje of u mee kunt”. Het kleine beetje rust dat ik opgebouwd na het zien van de rij verdween weer als sneeuw voor de zon…
Van dichtbij maakte ik mee hoe een man vijf verschillende pogingen deed om met veel teveel bagage in te checken. De baliemedewerker sprong steeds uit zijn vel, iedere keer als de man opnieuw aankwam zag ik zijn ogen beginnen uit te puilen tot hij explodeerde: “Meneer, ik heb u al gematst met extra kiloos, die extra tas kan er niet bij”. “Dan maar als handbagage”. PLOF!

Maar ook aan dit amusement kwam een einde, evenals aan het wachten: ik mocht mee… Inmiddels was het boarden al begonnen en met meer adrenaline in mijn systeem dan normaal in een jaar lukte het ternauwernood om te genieten van het taxien door het besneeuwde landschap. Nauwelijks los van de startbaan werd mijn ongerustheid weer helemaal op peil gebracht doordat het vliegtuig onrustbarend snel in hoogte zakte. Maar ook dit kwam goed en uiteindelijk dommelde ik zachtjes in slaap.

Ik werd wakker met de geur van versgebakken brood: een heerlijk hapje bracht me voor het eerst die dag in een gelukzalige vakantiestemming. Anderhalf uur later deed het dikke wolkenpak rond Izmir moeite om dat lekkere gevoel samen met de maaginhoud weg te werken. Heftige turbulentie en een bliksemontlading op de romp van het vliegtuig brachten een stukje ongerustheid weer terug en het zweet liep van mijn rug… maar dit verhaal moet waarheidsgetrouw eindigen met een eind goed, al goed. Gürsel haalde me op en onderweg stopten we nog even om voor een paar lira een enorme zak mandarijnen en sinaasappels te kopen, die her en der van de bomen vallen. Enige tijd later verschenen de vertrouwde beelden van Kuşadası in de verte en kon de vakantie beginnen…

 

2 Responses

001: Jola,

januari 13th, 2010 at 17:11

Hoi lieverd,

Je verhaal staat al op de reiswijzersite, en dingt mee naar een digitale camera. Tenminste als hij door de voorrondes komt. Je kan eventueel nog een vervolg schrijven.

Liefs,

002: john,

januari 14th, 2010 at 15:24

Fijne vakantie jongen, geniet er maar van.
Groet,
John

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.