Alles wat aar zoal meemaakt

2130Mijn moeder

posted by on juni 1st, 2013

Afscheid Alie Kraai – Mulder.

Als klein, tenger meisje in de Daalakker maakte Alie zoals wij allemaal wel eens iets mee dat niet klopt: een valse beschuldiging, een oneigenlijke, oneerlijke strijd of een waarheid die verborgen blijft.
Dikwijls heeft ze daarmee tevergeefs bij haar moeder aangeklopt. Die antwoordde dan:

“Dat is niet voor ons soort mensen” of
“Laat maar zitten, dat win je toch niet” of
“Dat hoef je niet te weten”

De kleine Alie accepteerde dat niet en later heeft ze er bij ons en iedereen ingehamerd:

“Geen mens is meer waard dan een ander” en
“Als je in je recht staat, moet je ervoor vechten”.

Het eerste echte akkefietje was met haar broer Herman: 7 jaar ouder, veel groter en handig met voetballen. Hij deed graag een partijtje met zijn kleine zusje. Maar die kreeg genoeg van de ongelijke strijd en loste het – in haar eigen woorden – als volgt op: “Ik schopte ‘m zo veur zien benen”.

Naarmate ze zelf groter en sterker werd nam ze het steeds vaker voor anderen op en veranderde in een strenge, maar rechtvaardige moeder.
Als we na schooltijd weer eens weggestuurd werden van het schoolplein tegenover ons huis, dan stuurde ze ons net zo hard weer terug. “Dat plein is om op te spelen”!
De volgende dag bracht ze dan een bezoek aan de betreffende juf of meester. En dan ging het weer een hele tijd goed.

Er zijn meer situaties geweest dat haar kinderen niet eerlijk behandeld zijn op school – en dat hebben de leerkrachten geweten: “Ik zal ze de broek wel eens goed opbinden”.
Op de lagere school ben ik erg gepest door Chris, de zoon van de bakker die een klas hoger zat. Mijn moeder zag hem een keer, toen hij bij de ijswinkel op de hoek stond op te scheppen tegenover zijn vrienden. Hij zag mijn moeder niet aankomen, die doorliep tot ze pal achter hem stond en ineens uitriep: “Hee, Chrisje”.
Chrisje liet van schrik zijn ijsje vallen en werd door iedereen uitgelachen. Bam, van z’n voetstuk.

Mijn broer Reinier kon niet goed opschieten met zijn conrector, die hij “de tuinkabouter” noemde.
Dat mocht niet van Ma: “Zo praat je niet over iemand, hij is ook een gewoon mens”.
Maar nadat ze een keer een gesprek met die man heeft gehad op school kwam ze heel anders thuis: “Die vent is echt net een tuinkabouter”.

Onze vader werd erg ziek en toen hij wat opknapte mocht hij weer gedeeltelijk aan het werk van de dokter. Op het werk wilden ze dat liever niet en er stond al iemand anders te werken aan het bureau en de tekentafel van Pa. Men bood hem een flutbaantje aan in de werkplaats en dat deed hem vreselijk veel verdriet.
Ma is op hoge poten naar de chef gegaan: “Die blaaskaak met die grote mond, hij denkt zeker dat hij alles kan maken”.

Uiteindelijk is onze vader helemaal afgekeurd en toen brak een heel gelukkige en creatieve periode aan. En productief, want er was genoeg kunst gemaakt om te exposeren, wat ze regelmatig deden. Pa zou ook in het gemeentehuis van Epe exposeren, maar toen hij informeerde wanneer dat kon, werd hij afgescheept: “Niet op korte termijn en misschien helemaal niet”.
Mijn moeder is naar Epe toegegaan en trof de verantwoordelijke persoon in een soort open kantoor. “Ik wil u graag onder vier ogen spreken”, zei ze.
“Als u iets te zeggen hebt”, antwoordde de man, “dan moet u het hier doen waar iedereen het kan horen”.
Dat heeft hij geweten. Maar hij gaf niet toe en bleef bij zijn standpunt.
Maar binnen een week lag een uitnodiging in de bus om op korte termijn in het gemeentehuis van Epe te komen exposeren!

Ma nam het op voor haar kinderen en ze nam het op voor haar man.
En ze nam het op voor de hond. Voor ons was het lachen, gieren, brullen als het teefje zich als een echte dekreu ergens op stortte – liefst op de leren schoudertas van Ma.
“Lach die hond niet uit, hij kan er ook niets aan doen”!
Die hond heeft zich ook een keer aan mij vergrepen, toen ik in een ongemakkelijke houding bezig was op de grond een luchtbed op te rollen. En toen greep ze niet in!

Mijn ouders verdienden een centje bij door de lelies uit de tuin te verkopen. Pa zette ieder jaar een bord in de voortuin: “Tijgerlelies te koop”.
Dat kon ik ook als klein ventje: ik ving een heleboel vlinders, stopte ze in glazen potjes en zette een bord aan de weg: “Vlinders te koop”. In mijn handschrift en geloof me, die is erger dan van uw huisarts.
Mijn moeder zag eens vanuit het bovenraam hoe in de stromende regen een auto stopte en de bestuurder probeerde dat bordje te lezen. Dat ging niet, hij stapte uit en was doorweekt voor hij de woorden ontcijferd had. En op dat moment riep mijn moeder: “Hee, mo’j nog vlinders kopen?”
“Ach ieje”, riep de man boos en stapte kletsnat weer in de auto.
De volgende ochtend waren alle vlinders verkocht. Een mysterieuze koper had ze allemaal meegenomen. Voor een kwartje.
Pas jaren later kwam de aap uit de mouw: mijn moeder had zelf alle vlinders uit de potjes vrijgelaten.

In het leger werd me opgedragen iets te doen dat sterk tegen mijn geweten inging. Dat heb ik geweigerd, Pa en Ma zijn daar best van geschrokken en waren eerst ook boos. Maar na diverse gesprekken ging Ma mijn standpunt steeds meer waarderen en steunde me. Ze is ook meegereisd naar de krijgsraad in Arnhem.
Tegenover me stonden de krijgsraad, de marechaussee en de Advocaat-Generaal. Maar mijn moeder stond achter me!

In recentere jaren begon haar lichaam kuren te vertonen, maar haar geest en haar principes waren ongebroken. Net als dat kleine meisje in de Daalakker kon ze iemand als dat nodig was nog flink voor de schenen schoppen.
Toen bovendien haar koppie het moeilijk kreeg was de zorgrelatie tussen haar en ons kinderen allang omgedraaid. Er was veel meer hulp nodig dan wij konden geven. Dit is het moment om even stil te staan bij Janet, Corry en al die andere lieve mensen die haar zo goed hebben geholpen.
En de mensen van Thuiszorg Beers, die stukken meer hebben gedaan dan alleen “persoonlijke verzorging”. En de dagverzorging van Atlant: lieve mensen die niet op de bureaucratische afwikkeling hebben gewacht, maar onze moeder direct liefdevol hebben opgevangen.

Ma, je hebt je nooit bij onrecht neergelegd, maar bij de huidige situatie moeten we ons allemaal neerleggen.

Rust zacht, je hebt het verdiend!

 

1 Response

001: Dave en philip,

juli 7th, 2013 at 17:07

Mooi verwoord en ook ontroerend.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.